Starters profiteren nauwelijks van afschaffen overdrachtsbelasting
De stijging van de huizenprijzen is voorlopig nog niet voorbij. Sterker nog: de prijzen zullen in 2021 nog wat harder stijgen dan eerder gedacht. Dit voorspellen de economen van de ABN AMRO in de ABN woningmarktmonitor van april 2021. Waar eerder uitgegaan werd van een gemiddelde prijsstijging van 5% voor het lopende jaar, wordt nu een stijging van 7,5% verwacht. Voor 2022 is de verwachting ook naar boven bijgesteld: van 1% naar 2,5% op jaarbasis.
Minder verkochte woningen
De bank verwacht dat het aantal woningverkopen in 2021 met 10% zal dalen. Een belangrijke reden voor deze daling is dat er minder nieuwbouwwoningen worden gebouwd. Dit komt doordat er de laatste jaren – mede vanwege de stikstofcrisis – te weinig bouwvergunningen zijn verstrekt.
Een andere reden voor een daling van het aantal woningverkopen, is een verwachte stijging van de werkloosheid. De ABN AMRO verwacht dat de overheid haar corona steunmaatregelen zal intrekken zodra de economie weer wat meer open zal gaan. Gevolg: reorganisaties, baanverlies en zwakkere inkomensvooruitzichten. Dit gaat volgens de bank een negatief effect hebben op de woningmarkt.
Toch stijgende prijzen
Ondanks de wat slechtere economische vooruitzichten, stelt de bank dus toch de verwachtingen naar boven bij. De vraag naar woningen blijft namelijk erg groot. Bovendien is de betaalbaarheid van een koopwoning nog steeds goed vanwege een combinatie van een lage hypotheekrente en een aantal maatregelen die het kabinet heeft genomen. Denk aan een verruiming van de normen voor de maximale hypotheek berekening.
Ook de afschaffing van de overdrachtsbelasting voor starters heeft een positief effect op de prijzen. Maar de vraag is of de starter hier nou echt zelf voordeel uit haalt. Volgens de bank niet: de prijsstijgingen bewijzen volgens de ABN AMRO dat versoepelen in een verhitte markt eerder de zittende eigenaren helpt dan starters.