Ruim lager dan in 2019, toch hoog in Europa
De inflatie in Nederland was in 2020 een stuk lager dan in 2019. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte bekend dat de prijsstijging afgelopen jaar is uitgekomen op 1,3% – het jaar ervoor was dit nog 2,6%.
Inflatie: wat is dat?
Het inflatiecijfer geeft aan wat er gebeurt met het prijspeil in ons land. Dat wordt berekend door de prijsontwikkeling van een pakket aan goederen en diensten in de gaten te houden: de consumentenprijsindex (CPI). In Nederland doet het CBS die berekeningen. Er komt elke maand een cijfer uit dat dan vergeleken wordt met de maand ervoor en dezelfde maand het jaar ervoor.
Prijspeil in december 2020
In december 2020 kwam de inflatie uit op 1%. Dat houdt in dat de prijzen in december 2020 1% hoger lagen dan in december 2019. In november was dit nog 0,8%.
De stijging in de prijzen vorige maand werd vooral veroorzaakt door duurdere motorbrandstoffen en hogere kosten voor het verblijf in een bungalowpark. Dat laatste was extra populair door de coronamaatregelen. Kleding werd juist goedkoper en had een verlagend effect op de inflatie.
Inflatie over het hele jaar 2020
De start van 2021 is ook het moment om te kijken naar de ontwikkeling van de prijzen in heel 2020. Daarbij komt het CBS uit op een inflatie van 1,3% voor vorig jaar. In 2019 was de prijsstijging nog 2,6% – we zien dus een halvering van de inflatie in Nederland.
Wat werd er duurder en goedkoper?
De meest opvallende prijsveranderingen vinden we bij energie en brandstof: daar daalden de prijzen ten opzichte van 2019. Voeding werd nog wel duurder dan een jaar eerder, maar de prijsstijging was wel kleiner. Dit geeft echter een vertekend beeld, aangezien de prijsstijging in 2019 vooral hoger was door de verhoging van het lage btw tarief. Tabak werd in 2020 fors duurder: shag 19,3% duurder en sigaretten 10.4%. De oorzaak daarvan lag met name in de verhoging van de accijnzen.
Lonen stegen sterker dan prijzen
Interessant om te zien is dat de lonen fors meer stegen dan de prijzen. In 2020 gingen de CAO-lonen met 3% omhoog – dat is dus 1,7%-punt meer dan de prijzen. Het is een behoorlijke tijd geleden dat er zo’n groot verschil was tussen de stijging van de lonen en de prijzen: in 1986 was het verschil 2%-punt.
Eén van de hoogste in Europa
Ondanks het lage niveau van de inflatie in ons land blijkt dat we één van de hoogste inflatiecijfers van de eurozone hebben. Alleen Litouwen, Oostenrijk en Slowakije kenden een hogere prijsstijging – de rest van de landen in de eurozone kwamen veel lager uit. In heel wat landen was zelfs sprake van een prijsdaling – deflatie dus.