Het kiezen van een rentevastperiode gebeurt niet altijd rationeel
In het eerste kwartaal van 2018 is de hypotheekrente wat gestegen. Vanaf april verlagen banken weer hun hypotheekrentes. Het laagste punt van december 2017 hebben we nog niet bereikt.
Laagste hypotheekrentes op dit moment
Op het ogenblik zijn de laagste rentes voor hypotheken met en zonder NHG als volgt:
Hypotheekrente |
NHG |
100% |
1 jaar hypotheekrente v.a. |
1,19% |
1,65% |
5 jaar hypotheekrente v.a. |
1,25% |
1,72% |
10 jaar hypotheekrente v.a. |
1,74% |
2,19% |
20 jaar hypotheekrente v.a. |
2,28% |
2,79% |
30 jaar hypotheekrente v.a. |
2,52% |
3,04% |
Verdere daling van de hypotheekrente
De komende tijd zal de rente naar mijn verwachting nog wat dalen. Dit gaat natuurlijk niet met “grote stappen”, maar slechts met een paar tienden. Voor de komende huizenbezitter zal deze verlaging geen gevolgen hebben. Het gaat namelijk maar om een paar euro per maand (wel afhankelijk van de hoogte van de hypotheek).
Welke rentevastperiode kiezen?
Veel huizenbezitters die met veel moeite hun droomwoning hebben gevonden kiezen om de rente voor een langere periode vast te zetten. In mijn klantenkring wordt de rente vaste periode van 20 jaar het meest gekozen. Starters hebben vooral een voorkeur voor de annuïteiten hypotheek. Het nadeel van de annuïteiten hypotheek is dat de netto maandlasten stijgen. Daar tegenover staat dat bij starters hun inkomen nog gaat stijgen.
Waarom 20 jaar vastzetten als je over 10 jaar gaat verhuizen?
Ik stel meestal de volgende vraag aan mijn klanten.
Waarom wil je de hypotheekrente 20 jaar vastzetten terwijl je (eigenlijk) nu al weet dat je over 10 jaar gaat verhuizen?
Ik ben zeer benieuwd wat u als lezer daarvan vindt.