Spaarrekening en deposito in de erfenis en erfbelasting
Sparen is verstandig, je bouwt een bedrag op voor later. Maar wat als dat ‘later’ nooit meer komt? Wat gebeurt er met je spaargeld als je komt te overlijden? Dat het dan voor jouw nabestaanden is spreekt redelijk voor zich, maar hoe werkt dat? En moeten ze er dan belasting over betalen?
Hier vind je antwoord op diverse vragen over Spaargeld bij overlijden en erven. Heb je hier een andere vraag over? Je kunt ‘m gerust mailen naar [email protected]!
Spaarrekening bij overlijden
Nadat iemand komt te overlijden is er niet alleen veel verdriet – er moet ook van alles geregeld worden. Rondom de uitvaart vanzelfsprekend, en ook administratief. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de spaarrekening(en)?
De nabestaanden moeten het overlijden zo snel mogelijk melden bij de bank(en) waar de overledene één of meer rekeningen had lopen. De bank verwerkt dit direct in de administratie: de tenaamstelling van de rekeningen wordt aangepast naar ‘Erven van…’.
Wat er vervolgens gebeurt hangt af van de vraag of de overledene de enige rekeninghouder was. De mogelijke situaties:
- De rekening staat alleen op naam van de overledene
- De rekening heeft één of meer gemachtigde(n)
- De rekening staat op twee namen
Rekening alleen op naam van overledene
In dat geval worden de rekeningen ook direct geblokkeerd – er kan geen geld meer van worden opgenomen zonder dat de bank hier toestemming voor geeft.
Spaarrekening met machtiging
Bij overlijden vervallen alle door de overledene afgegeven machtigingen. Dat betekent dat een gemachtigde op de spaarrekening geen geld meer van de rekening kan opnemen nadat de rekeninghouder overleden is. De blokkering geldt dus óók voor eventuele gemachtigden.
En/of rekening op twee namen
Bij een en/of rekening – een rekening op twee namen – werkt het anders. De overblijvende rekeninghouder kan gewoon over de rekening blijven beschikken. Wel is het verstandig om samen met een bankmedewerker te kijken de gevolgen voor het gebruik van de rekening.
Om het geld op de spaarrekening te kunnen vrijgeven na overlijden moet de bank weten wie er recht op heeft. Nu gaat de bank zich niet verdiepen in de verdeling van de erfenis – dat wordt geregeld door de zogeheten ‘executeur testamentair’.
Executeur testamentair en verklaring van erfrecht
Wie de executeur testamentair is staat in het testament van de overledene. Na het overlijden zal de bank vragen om een kopie van een verklaring van erfrecht. Daarin kunnen ze zien wie opdrachten mag geven om geld van de spaarrekening over te boeken naar derden.
De executeur testamentair is degene die door de overledene in het testament is aangewezen om de afhandeling van de nalatenschap te regelen. Dat kan één van de erfgenamen zijn, maar ook een ander. Een persoon of een bedrijf, het kan allemaal – bijvoorbeeld het notariskantoor.
Een verklaring van erfrecht is een akte van de notaris waarin belangrijke informatie staat over het afwikkelen van een nalatenschap. Er staat in of de overledene een testament had opgemaakt, wie de erfgenamen zijn en wie de nalatenschap mag afwikkelen (executeur testamentair).
Afgifte door notaris
Deze akte van erfrecht heeft de bank meestal nodig om het geld dat op een spaarrekening van de overledene staat vrij te geven. De verklaring kan alléén door een notaris worden opgesteld – dat kan bij elke notaris in Nederland.
Akte van overlijden
Om de verklaring van erfrecht op te vragen zijn allerlei gegevens en documenten nodig, waaronder natuurlijk een kopie van de akte van overlijden – die afgegeven wordt door de gemeente.
Spaargeld in erfenis
Het is niet leuk om over na te denken, maar kan wel belangrijk zijn: wat gebeurt er met je spaargeld als je komt te overlijden? Dat het in je erfenis komt, dat weet je waarschijnlijk wel. Alleen hoe die erfenis verdeeld wordt, wie wat krijgt… weet je dat ook? Hier geven we antwoord op vragen over erven.
Spaargeld wordt bij overlijden onderdeel van de erfenis. Maar wat is dat eigenlijk, een erfenis?
Nalatenschap of boedel
In de wet is het woord erfenis niet bekend. Daar hebben ze het over ‘nalatenschap’ of ‘boedel’, waarmee ze bedoelen: ‘dat wat de overledene nalaat’.
Erfrechtelijke verkrijging
Je kunt bij erfenis ook denken aan de andere kant: dat wat je erft van een overledene. Daarvoor gebruiken ze in de wet woorden als ‘erfdeel’, ‘legaat’ of ‘erfrechtelijke verkrijging’.
Alle bezittingen én schulden
Het eerste waar mensen aan denken is het spaargeld, beleggingen en de eigen woning. Dat zijn inderdaad belangrijke onderdelen van de erfenis. Toch is dat niet alles. De nalatenschap is het totaal van alle bezittingen en schulden van degene die overleden is (de erflater). Daar horen dus ook meubels, sieraden en fietsen bij. En niet te vergeten: ook schulden zijn een onderdeel van de erfenis.
De erfenis wordt verdeeld over de erfgenamen. Wie dat zijn – dat verschilt per situatie. Duidelijkheid daarover is te vinden in het testament van de overledene.
Testament
In een testament leg je vast wat je wilt dat er met jouw nalatenschap gebeurt als je komt te overlijden – ze noemen dat jouw ‘uiterste wil’. Zo’n testament wordt meestal opgesteld door een notaris in een officiële akte. Meestal – want dat is niet verplicht. Een testament kan ook door een advocaat, accountant of door jezelf worden gemaakt – dat noemen ze dan een onderhandse akte. Het testament moet altijd wel bij een notaris in bewaring worden gegeven. De notaris zorgt voor de officiële registratie, zodat het testament altijd terug te vinden is na het overlijden.
Niet iedereen heeft een testament. Bij de verdeling van de erfenis zijn er dan ook twee situaties mogelijk:
- er is een testament opgemaakt
- er is géén testament opgemaakt
Verdeling via testament
Uit het testament blijkt duidelijk wat de overledene wilde qua verdeling van zijn nalatenschap. Die wensen worden vrijwel altijd ook zo uitgevoerd, met één belangrijke uitzondering: kinderen kun je niet volledig onterven. Zij hebben altijd recht op hun ‘legitieme portie’, ook al staat in het testament dat ze niets krijgen.
Wat als er geen testament is?
Als er geen testament is wordt de erfenis verdeeld volgens de regels van het wettelijk erfrecht. Deze wettelijke verdeling is eenvoudig als er een echtgenoot of geregistreerd partner is: deze krijgt de hele erfenis. Kinderen hebben wel recht op hun kindsdeel, maar krijgen dat niet direct. Hun erfdeel wordt een vordering in geld – ze kunnen het pas opeisen als de beide ouders zijn overleden.
Spaargeld is een onderdeel van de nalatenschap die verdeeld wordt na jouw overlijden. Hoe die verdeling eruit ziet, dat kunt je bepalen in een testament. Er is alleen één ding dat je daar niet kunt regelen: het volledig onterven van een kind.
Legitieme portie
Kinderen kunnen altijd – ongeacht wat er in het testament staat – een beroep doen op hun ‘legitieme portie’: de helft van het ‘kindsdeel’ dat ze zouden krijgen volgens de wettelijke verdeling.
Erfbelasting over spaargeld
Bij een erfenis komt de Belastingdienst om de hoek kijken: er moet erfbelasting betaald worden. Hier beantwoorden we vragen over die erfbelasting: wie moet het betalen en vooral… hoeveel?
Wie een erfenis krijgt moet in veel gevallen belasting betalen. Vroeger heette dat ‘successierecht’, tegenwoordig is het ‘erfbelasting’. Wel zo duidelijk.
Niet iedereen betaalt erfbelasting
Niet iedereen hoeft erfbelasting te betalen. Er is een vrijstelling: als het bedrag dat je erft daar onder blijft betaal je niets. Over het bedrag dat boven de vrijstelling uitkomt betaal je belasting.
Als je erft is de kans groot dat je erfbelasting moet betalen. Of dat werkelijk zo is hangt af van de vrijstelling die voor jou van toepassing is. Die vrijstelling hangt af van de relatie die jij hebt/had met de overledene. De verschillende relaties waarvoor vrijstellingsbedragen zijn vastgesteld:
- Echtgenoot / geregistreerd partner
- Kinderen en kleinkinderen
- Zieke en gehandicapte kinderen
- Ouders
- Kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of algemeen nut beogende instellingen (ANBI)
- Andere verkrijgers
Wie een erfenis ontvangt die boven het vrijgestelde bedrag ligt moet hierover erfbelasting betalen. Hoe hoog de te betalen belasting is, dat hangt af van jouw relatie tot de overledene en van de hoogte van het bedrag dat je erft.
Relatie tot de overledene
Qua relatie zijn er drie groepen ‘verkrijgers’ voor de erfbelasting:
- 1. Partners en kinderen
- 1A. Kleinkinderen
- 2. Andere verkrijgers
Hoogte van de erfenis
Verder hangt het percentage erfbelasting af van het bedrag dat je krijgt. Of beter gezegd: van de ‘belaste verkrijging’. Daarmee wordt bedoeld: het erfdeel -/- de vrijstelling. Op dat bedrag wordt een schrijventarief toegepast, waarvan de grenzen en percentages jaarlijks aangepast kunnen worden.
Voor veel mensen voelt de erfbelasting onrechtvaardig. Ze stellen dat ze al meerdere keren belasting hebben betaald over hun spaargeld: eerst inkomstenbelasting over het verdiende geld, daarna ieder jaar vermogensrendementsheffing (ook inkomstenbelasting) over het opgespaarde geld. En moet er bij overlijden wéér belasting betaald worden? Het is niet gek dat de vraag leeft hoe je ervoor kunt zorgen dat je erfgenamen (vooral de kinderen) minder erfbelasting hoeven te betalen.
Vermogen verlagen
De regels rondom de erfbelasting zijn helder: zodra iemand overleden is valt er niets aan te doen. De enige manier om te besparen op de erfbelasting is door voor die tijd het vermogen te verlagen.
Bedragen schenken
De meest logische manier is om al tijdens het leven bedragen weg te geven aan degenen die het bij overlijden gaan erven. Door geld te schenken wordt de nalatenschap kleiner, en daarmee het te betalen bedrag aan erfbelasting.
Schenkbelasting
Ook over schenkingen kan belasting geheven worden. Zeker als de te schenken bedragen binnen de vrijstelling voor de schenkbelasting blijven is het interessant om geld over te hevelen tijdens het leven.
Toch kan het bij grote vermogens ook gunstig uitpakken om gebruik te maken van het lage tarief voor de schenkbelasting – om zo uiteindelijk (veel) minder belasting te betalen over het over te dragen kapitaal. Het is verstandig om dit uit te werken met een fiscalist of financieel planner.