Wat is inflatie?
Inflatie betekent letterlijk opblazen, aanzwellen of groter worden. Inflatie is een term die in de economie veel gebruikt wordt waarbij inflatie meestal omschreven wordt als geldontwaarding of waardevermindering van het geld. Eenvoudig gezegd, betekent inflatie in dit verband dat je na verloop van tijd steeds minder kunt kopen met hetzelfde aantal euro’s. Deze inflatie wordt prijsinflatie genoemd. Er bestaat ook nog zoiets als monetaire inflatie. Dat houdt in dat de hoeveelheid geld in een economie toeneemt. Als wij het op deze website hebben over inflatie, bedoelen wij prijsinflatie.
Op deze pagina vind je uitgebreide achtergrondinformatie over inflatie en de actuele en historische inflatiecijfers van Nederland, Europa en de Europese Unie.
Actuele en historische inflatie
Hieronder zie je een overzicht van de actuele en historische inflatiecijfers van Nederland, Europa en de EU.
Soort inflatie | september | augustus | juli | juni |
---|---|---|---|---|
Inflatie Nederland HICP | 3,30% | 3,30% | 3,50% | 3,40% |
Inflatie Europa HICP | 1,80% | 2,20% | 2,60% | 2,50% |
Inflatie Europese Unie HICP | 0,00% | 2,40% | 2,80% | 2,60% |
- Amerikaanse inflatie – CPI
- Europese inflatie cijfers – HICP
- Geharmoniseerde inflatie Nederland – HICP
Consumentenprijsindex cijfers: CPI en HICP
Inflatie betekent dat je na verloop van tijd minder met hetzelfde geld kunt kopen. Anders gesteld: inflatie ontstaat als producten en diensten duurder worden. Om de inflatie ontwikkeling voor consumenten goed te kunnen volgen en om historische inflatiecijfers met elkaar te kunnen vergelijken, wordt de inflatie gemeten aan de hand van een vaste lijst van producten, goederen en diensten. Deze lijst wordt de consumentenprijsindex (CPI) genoemd. De inflatie wordt dan gemeten als de procentuele stijging van de CPI in een bepaalde periode ten opzichte van dezelfde periode van het voorgaande jaar. De CPI geeft een goede weergave van de prijsontwikkeling van goederen en diensten die huishoudens aanschaffen voor consumptie. In Nederland wordt de CPI bijgehouden door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het CBS publiceert maandelijks de Nederlandse CPI. Als er gesproken wordt over de inflatie, dan wordt in Nederland vaak de procentuele wijziging van de CPI bedoeld.
Meer informatie over de Nederlandse CPI
Naast het feit dat het interessant kan zijn om inflatiecijfers in een bepaald gebied in de tijd met elkaar te vergelijken, kan het uiteraard ook interessant zijn om de inflatie in bepaalde gebieden met elkaar te vergelijken. Helaas blijkt dat de samenstelling van de gekozen lijsten van producten en diensten internationaal grote verschillen kent. In Europa is dit ondervangen door een nieuwe geharmoniseerde consumentenprijsindex te introduceren: de HICP. Het principe is hetzelfde als bij de CPI, alleen is de samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop de HICP is gebaseerd in alle landen van de Eurozone gelijk. De samenstelling is wel iets anders dan die van de Nederlandse CPI. De HICP is dus geïntroduceerd om inflatiecijfers van de verschillende landen binnen de eurozone en de Europese Unie met elkaar te kunnen vergelijken.
Meer informatie over de Nederlandse HICP
Meer informatie over de Europese HICP
Soorten inflatie
Inflatie kan op verschillende wijzen ontstaan. De belangrijkste oorzaken van inflatie worden met specifieke termen aangeduid. De meest voorkomende zijn:
Kosteninflatie:
Wanneer de productiekosten van bedrijven stijgen, berekenen de bedrijven deze kostenstijging vaak door in de prijzen van hun eigen producten. Het gevolg hiervan is dat de verkoopprijzen stijgen. Dit noemen we kosteninflatie. Een bijzondere vorm van kosteninflatie is de loonkosteninflatie. De stijging van de productiekosten is in dat geval veroorzaakt door een stijging van de loonkosten.
Bestedingsinflatie:
Wanneer de bestedingen ineens zeer sterk toenemen kan dat tot gevolg hebben dat de productie deze toename (op korte termijn) niet kan opvangen. De verhouding tussen vraag en aanbod komt dan onder spanning te staan waardoor de prijs van de producten/diensten/goederen vaak zal gaan stijgen. Deze prijsstijging wordt bestedingsinflatie genoemd.
Winstinflatie:
Wanneer ondernemingen hun prijzen verhogen met als enig doel het verhogen van de eigen winst, spreken we van winstinflatie.
Geïmporteerde inflatie:
Van geïmporteerde inflatie is sprake als prijsstijgingen in ons land veroorzaakt worden doordat de prijzen van producten die wij invoeren in het land van herkomst duurder worden. Wij importeren op die wijze niet alleen het product, maar ook de prijsstijging.
Gevolgen van inflatie
Inflatie op zich is een verschijnsel dat hoort bij economische groei. Zo lang er sprake is van een gecontroleerde, lage inflatie, is er niets aan de hand. Bij een gecontroleerde inflatie worden prijsstijgingen opgevangen door loonstijgingen waardoor de koopkracht in stand blijft. Op het moment dat er sprake is van hoge en ongecontroleerde inflatie, kan dat leiden tot onzekerheid en schade aan de economie. Een hoge inflatie zal namelijk vaak leiden tot onzekerheid, hoge looneisen, stijgende rentestanden (zie verderop deze pagina) en dalende valutakoersen. Prijsstabiliteit is daarom een heel belangrijke factor voor een duurzame economische groei. Het is niet voor niets dat de primaire doelstelling van veel centrale banken, waaronder de Europese Centrale Bank (ECB), prijsstabiliteit is.
Inflatie en rentestanden:
Op deze website vindt u heel veel rentestanden. Internationale rentes zoals Euribor en Libor maar ook de Nederlandse spaarrente tarieven, hypotheekrente tarieven en leentarieven. De ontwikkeling van deze rentestanden kan niet los worden gezien van de ontwikkeling van de inflatie. De inflatie is namelijk een belangrijke factor bij de rente-ontwikkeling. Inflatie tast immers de koopkracht van geld aan zodat iemand die geld uitleent aan een ander een compensatie zal wensen voor deze geldontwaarding. Op het moment dat er een stijging van de inflatie verwacht wordt, zal de rente op spaarrekeningen, hypotheken en consumptieve leningen normaal gesproken hoger worden om de geldgever te compenseren voor deze stijgende inflatie.
De samenhang tussen inflatie en rente werkt ook andersom. Op het moment dat de rentes stijgen, wordt het duurder om geld te lenen waardoor mensen minder geld te besteden hebben. Dit heeft tot gevolg dat de economie wordt afgeremd en de prijzen zullen dalen (of in ieder geval minder snel stijgen). Op het moment dat de rentes dalen, kunnen mensen en bedrijven goedkoper lenen en zullen de prijzen sneller stijgen. Dit principe wordt door de centrale banken als de ECB gebruikt. Door het verhogen of verlagen van de rente, kan de ECB invloed uitoefenen op de inflatie. De rente werkt voor de ECB als het gas- en rempedaal van de economie.