Het toetsingsinkomen is erg belangrijk. Het bepaalt uw financiële mogelijkheden. Dit gaat over hoeveel hypotheek of lening u kunt krijgen. Het is nodig om uw ware leencapaciteit te weten. De berekening van het toetsingsinkomen is daarom key. Het omvat vast en variabel inkomen. Het heeft ook effect op wat je kunt lenen bij banken. Gebruik de rekenhulp op de Belastingdienst site voor een exacte berekening.
Het toetsingsinkomen kan anders zijn dan uw bruto inkomen. Verschillende dingen spelen hierin mee, zoals toeslagen en aftrekposten. Dit inkomen is altijd bruto. Als het verkeerd berekend is, wil de Belastingdienst mogelijk ten onrechte ontvangen toeslagen terug. Stel, u denkt dat uw inkomen hoger zal zijn in de toekomst. Pas dit dan aan en geef dit direct door via de Mijn Toeslagen omgeving van de Belastingdienst.
Belangrijkste punten
- Het berekenen van toetsingsinkomen is essentieel voor het bepalen van de maximale lening.
- Gebruik de rekenhulp op de Belastingdienst website om uw toetsingsinkomen te berekenen.
- Toetsingsinkomen kan afwijken van bruto inkomen door verschillende factoren zoals toeslagen en aftrekposten.
- Bij verkeerd ingeschat toetsingsinkomen kan de Belastingdienst toeslagen terugvorderen.
- Bij onzekerheid over toekomstig inkomen, is het verstandig om het iets hoger in te schatten.
Wat is het toetsingsinkomen?
Wat houdt het toetsingsinkomen in? Het is jouw verzamelinkomen van de belastingaangifte. Als je geen aangifte doet, is het jouw belastbaar loon. Dit inkomen komt van werk, uitkeringen, pensioenen, en meer. Het inkomen van je partner telt ook mee.
Toetsingsinkomen versus bruto inkomen
Er is soms verwarring over het verschil tussen toetsingsinkomen en bruto inkomen. Bruto inkomen is je loon of salaris. Toetsinkomen omvat meer: ook inkomsten uit ontslag, alimentatie, en huur. En buitenlands inkomen telt ook mee. Maar niet alle inkomsten, zoals zorgtoeslag, kinderbijslag, en studiefinanciering.
Waarom is toetsingsinkomen belangrijk?
Het toetsingsinkomen is cruciaal bij leningen en hypotheken. Ook ondernemers met winstuitkering moeten dit goed begrijpen. Veranderingen in je inkomen kunnen het toetsinkomen beïnvloeden. Het is belangrijk voor een juiste beoordeling van je lening mogelijkheden.
Hoe bereken je het toetsingsinkomen?
Het toetsingsinkomen berekenen is belangrijk voor je financiële planning. Verschillende factoren spelen hierin een rol. Met rekenhulpmiddelen kun je dit makkelijk doen.
Gebruik van rekenhulp
Een handige rekenhulp voor het toetsingsinkomen vind je bij de Belastingdienst. Het kijkt naar je bruto-inkomen en andere inkomsten. Dit maakt de berekening snel en nauwkeurig.
Berekening voor vaste dienstverbanden
Voor vaste dienstverbanden wordt het toetsingsinkomen meestal berekend uit het vaste salaris en vakantiegeld. Bonussen en extra’s kunnen ook meetellen. Zorg dat je dit goed noteert om later geen problemen te krijgen.
Variabele inkomenscomponenten
Als je inkomsten wisselen, is het lastiger om je toetsingsinkomen te bepalen. Voor ondernemers en mensen met variabel loon is het slim om het gemiddelde over meerdere jaren te berekenen. Dit geeft een beter beeld van je financiën. Denk bij variabele inkomsten aan overwerk, bijbanen, verhuur en ontslagvergoedingen.
Hieronder zie je wat wel en niet meetelt bij het toetsingsinkomen in Nederland:
Componenten meegenomen in toetsingsinkomen | Componenten niet meegenomen in toetsingsinkomen |
Inkomsten uit werk | Zorgtoeslag |
Uitkeringen | Huurtoeslag |
Pensioenen | Kinderopvangtoeslag |
Buitenlands inkomen | Studiefinanciering |
Alimentaties | Kinderbijslag |
Bijverdiensten | Studieleningen |
Gebruik de rekenhulp en let goed op alle inkomsten. Zo weet je zeker wat je toetsingsinkomen is. Dit is erg belangrijk als je leningen of hypotheken wilt aanvragen.
Factoren die het toetsingsinkomen beïnvloeden
Bij het vaststellen van uw toetsingsinkomen tellen vaste en variabele inkomsten mee. Deze factoren bepalen hoeveel u kunt lenen.
Vaste en variabele inkomensbestanddelen
De vaste inkomsten, zoals salaris en extra’s, zijn belangrijk. Denk aan:
- Vaste bruto jaarsalaris: €40,000
- Vakantiegeld: 8% van uw jaarsalaris, dus €3,200
- Vaste dertiende maand: €3,000
- Vaste onregelmatigheidstoeslag: jaarlijks €1,500
Ook veranderlijke inkomsten tellen mee. Bijvoorbeeld:
- Overwerk: gemiddeld €1,500 per jaar over de laatste drie jaar
Hoe verschillende kredietverstrekkers deze inkomsten wegen, kan uw leenmogelijkheden beïnvloeden. Dit kan het verschil maken tussen €47,700 en €49,700.
Extra inkomensbronnen
Andere inkomstenbronnen kunnen heel wat verschil maken. Denk aan:
- Freelance of tijdelijk werk: met een steeds veranderend inkomen
- Pensioeninkomen: van AOW tot bedrijfspensioen
- Uitkeringen: waaronder arbeidsongeschiktheid
- Inkomsten uit het buitenland: met mogelijk vrijgesteld inkomen
- Partneralimentatie: soms van belang voor lenen
Onthoud: andere inkomsten kunnen hoeveel u kunt lenen erg variëren. Verschillende leningaanbieders kijken elk anders naar deze inkomstenbronnen.
Inkomensbestanddeel | Bedrag |
Vaste bruto jaarsalaris | €40,000 |
Vakantiegeld | €3,200 |
Dertiende maand | €3,000 |
Vaste onregelmatigheidstoeslag | €1,500 |
Overwerk | €1,500 |
Gemiddelde overwerk van afgelopen drie jaar | €1,500 |
Het is crucial om al uw inkomsten en bronnen mee te tellen bij het bepalen hoeveel u kunt lenen. Zo krijgt u de beste kijk op wat mogelijk is financieel gezien.
Toetsingsinkomen bij hypotheekaanvragen
Als je een hypotheek aanvraagt, is het toetsingsinkomen hypotheek heel belangrijk. Het kan anders zijn dan wat je echt verdient. Geldverstrekkers kijken naar diverse dingen als ze dit inkomen vaststellen. Bij loondienst tellen extra’s als vakantiegeld en bonussen mee.
Als je ondernemer bent met wisselend inkomen, kijkt de bank naar je gemiddelde winst over drie jaar. Ze denken ook aan aftrekposten, zoals partneralimentatie. Het helpt om officiële gegevens te gebruiken, zoals die van het UWV. Zo krijg je misschien een hogere lening als je inkomen groter is volgens deze gegevens.
Voor het meenemen van onregelmatigheidstoeslagen in je inkomen, gelden speciale regels. Hoeveel van deze toeslag meetelt voor je hypotheek, hangt af van de geldverstrekker. Vaak tellen deze toeslagen wel mee in beroepen zoals gezondheidszorg en politie.
Om onregelmatigheidstoeslagen te bewijzen, heb je salarisstroken nodig van 12 maanden terug. Meestal gebruiken ze een percentage van je vaste loon, met vakantiegeld daarbij. Online calculators helpen bij het berekenen van je maximale hypotheek. Zij houden rekening met onregelmatigheidstoeslagen.
Job Type | Percentage Onregelmatigheidststoeslag |
Gezondheidszorg | 30-50% |
Openbaar Vervoer | 40-60% |
Politie | 50-80% |
Brandweer | 60-90% |
Beveiliging | 25-45% |
De arbeidsmarktscan is handig bij een hypotheek aanvragen. Het beoordeelt je kansen van 0 tot 100. Een score van 70 of meer is goed. Om deze ‘verklaring perspectief’ te krijgen, wacht je drie tot vier weken. Het is zes maanden geldig. Het kost meestal €200, maar vaak betaalt je werkgever dit.
Wat is het verschil tussen toetsingsinkomen en verzamelinkomen?
Het verschil tussen toetsingsinkomen en verzamelinkomen in Nederland is als volgt:
- Toetsingsinkomen:
- Het toetsingsinkomen wordt gebruikt om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor bepaalde toeslagen, zoals zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderopvangtoeslag.
- Het is gebaseerd op het verzamelinkomen van de Belastingdienst, maar kan worden aangepast voor specifieke situaties zoals bij de aanvraag van toeslagen.
- Het toetsingsinkomen kan dus afwijken van het verzamelinkomen, bijvoorbeeld als er wijzigingen zijn in het inkomen of in de persoonlijke omstandigheden die na het belastingjaar zijn opgetreden.
- Verzamelinkomen:
- Het verzamelinkomen is het totaal van de inkomens in box 1 (inkomen uit werk en woning), box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang), en box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) zoals vastgesteld door de Belastingdienst.
- Het verzamelinkomen wordt gebruikt voor de belastingaangifte en voor de berekening van de verschuldigde belasting.
- Dit inkomen wordt bepaald op basis van de gegevens van een specifiek belastingjaar en wordt vermeld op de definitieve aanslag van de Belastingdienst.
Kort samengevat: het verzamelinkomen is een fiscaal begrip dat het totale inkomen weergeeft dat belast wordt, terwijl het toetsingsinkomen een aangepaste versie hiervan kan zijn die gebruikt wordt om te bepalen of iemand recht heeft op toeslagen en andere inkomensafhankelijke regelingen.
Is toetsingsinkomen bruto of netto?
Het toetsingsinkomen is altijd bruto. Dit komt door verschillende factoren zoals toeslagen voor onregelmatige uren en ploegendiensten. Ook overwerktoeslag en extra beloningen tellen mee. Dit is belangrijk om te onthouden. Vakantiegeld, bonussen, en winstdeling tellen niet mee voor het toetsingsinkomen. Als we uitrekenen of een inkomensbron netto of bruto is, is het slim om voorzichtig te zijn. Zo voorkomen we dat we geld terug moeten betalen.
Voor een goede berekening van het toetsingsinkomen, is online hulp van de Belastingdienst handig. Als ons inkomen verandert, moeten we dit meteen doorgeven. Dit doen we digitaal. Het zorgt voor een preciezer zicht op onze financiën. Dit is vooral belangrijk voor bijvoorbeeld het aanvragen van een hypotheek. Een juist toetsingsinkomen berekenen is daarvoor heel erg nodig.
Het toetsingsinkomen berekenen we door ons jaarinkomen te bekijken. Hier tellen allerlei soorten inkomsten en aftrekposten mee. Denk aan inkomen vanuit werk, een uitkering of als zelfstandige. Ook aftrekposten zoals hypotheekrente en partneralimentatie zijn belangrijk. Zo krijgen we een goed overzicht van ons toetsingsinkomen.
Vul ons jaarinkomen zorgvuldig en compleet in, zeker als het kan veranderen. Denk hierbij ook aan extra’s zoals vakantiegeld. Op die manier voorkomen we onaangename verrassingen. Een goede registratie van ons inkomen helpt een realistisch beeld te houden.
Toetsingsinkomen en fiscale partnerschappen
Het fiscaal partnerschap is heel belangrijk voor het gezamenlijk toetsingsinkomen. Dit is het totale inkomen van beide partners bij elkaar opgeteld. Het beïnvloedt dingen zoals het krijgen van een hypotheek, toeslagen en andere financiële verplichtingen. Laten we kijken hoe dit werkt en wat je moet weten.
Gezamenlijk toetsingsinkomen
In Nederland mag je maar met één persoon fiscaal partner zijn. Dit kan je echtgenoot zijn, een geregistreerd partner, of iemand met wie je samenwoont. Als je bijvoorbeeld een samenlevingscontract hebt, samen een huis bezit, of een kind hebt, worden jullie als partners gezien. Dit heeft gevolgen voor het gezamenlijk toetsingsinkomen.
Hier zijn een paar belangrijke punten over fiscaal partnerschap:
- Jullie zijn toeslagpartners als je getrouwd bent, een geregistreerd partnerschap hebt, of samenwoont.
- Niet alle soorten samenwonen leiden tot fiscaal partnerschap, zoals onderverhuur of werken als au pair.
- De status van toeslagpartnership begint een maand na het veranderen van je woonsituatie.
Het gezamenlijk toetsingsinkomen is van invloed op de hoogte van toeslagen en subsidies. En het kan ook jullie maximale hypotheek beïnvloeden. Dit komt doordat jullie beide inkomens meetellen.
Invloed van alimentatie
Alimentatie telt mee bij het gezamenlijk toetsingsinkomen. Het wordt gezien als extra inkomen en kan dus invloed hebben op je totale inkomen. Zowel betaling als ontvangst van alimentatie kan jullie financiën anders maken.
Een tabel over de invloed van alimentatie:
Situatie | Invloed op toetsingsinkomen |
Betaling van alimentatie | Dit maakt het eigen toetsingsinkomen lager voor de betaler. |
Ontvangst van alimentatie | Dit verhoogt het toetsingsinkomen voor degene die het ontvangt. |
Het is goed om te weten dat veranderingen in je fiscaal partnerschap effect hebben op het inkomen. Vooral als er alimentatie bij komt kijken. Zorg ervoor dat je alles goed op orde hebt, van bijhouden tot aangeven. Dit voorkomt gedoe bij belasting of hypotheek aanvragen.
Uiteindelijk, de manier waarop het toetsingsinkomen wordt vastgesteld, en de rol van alimentatie, verschilt per situatie. Het is altijd verstandig om alles goed uit te zoeken en zo nodig deskundig advies in te winnen. Dit helpt je om je financiën goed te regelen.
Toetsingsinkomen voor zelfstandigen
Zelfstandigen, zoals ZZP’ers, hebben geen vast maandsalaris. Dit maakt het moeilijk om het toetsingsinkomen te berekenen. We gebruiken het gemiddelde inkomen over meerdere jaren. Het is belangrijk dat dit inkomen stabiel en continu is. Banken letten hierop bij een hypotheekaanvraag.
Inkomsten uit zelfstandige activiteiten
Het toetsingsinkomen van zelfstandigen is het verzamelinkomen uit de definitieve aanslag inkomstenbelasting. Dit geldt als de belastingaangifte is gedaan. Als een zelfstandige geen belastingaangifte heeft, is het toetsingsinkomen het belastbare loon. Dit ben je aan loonheffingen verschuldigd.
Bij dit inkomen tellen ook inkomsten uit werk, uitkeringen, pensioenen en meer. Zelfs inkomsten van je toeslagpartner worden meegerekend. Dit gebeurt als ze samenwonen.
Berekening bij wisselende inkomsten
Zelfstandigen verdienen soms meer, soms minder. Om een geschat toetsingsinkomen te maken, let je op de opbrengsten per seizoen. Dit helpt als het belastingjaar nog niet voorbij is.
Om zorgtoeslag in 2024 te krijgen, mag je verzamelinkomen niet te hoog zijn. Alleenstaanden mogen niet meer dan € 37.496 verdienen. Voor paren ligt dit bedrag op € 47.368 per jaar. Ook je spaargeld mag niet hoger zijn dan bepaalde grenzen. Deze grenzen helpen de overheid om de toeslagen eerlijk te verdelen.
Voor de kinderopvangtoeslag moeten zelfstandigen hun inkomen schatten. Dit is moeilijk bij een wisselend inkomen, zoals bij seizoenswerk. Zorg dat je al je inkomen bijhoudt en meld veranderingen direct.
FAQ
Wat is toetsingsinkomen?
Toetsingsinkomen is uw totale bruto-inkomen. Het bepaalt bijvoorbeeld hoeveel u kunt lenen voor een huis.
Hoe kan ik mijn toetsingsinkomen berekenen?
Gebruik de online tool van de Belastingdienst. Voer uw bruto-inkomen en extra inkomsten in, zoals uitkeringen.
Is mijn toetsingsinkomen hetzelfde als mijn bruto-inkomen?
Nee. Het toetsingsinkomen telt meer dan alleen uw bruto-inkomen. Het bevat extra inkomstenbronnen.
Waarom is het toetsingsinkomen belangrijk voor hypotheekaanvragen?
Het bepaalt wat u kunt lenen voor uw huis. Elke geldschieter kijkt anders naar uw inkomen.
Wat is het verschil tussen toetsingsinkomen en verzamelinkomen?
Verzamelinkomen en toetsingsinkomen zijn niet hetzelfde. Verzamelinkomen coverd alle inkomens. Toetsingsinkomen is voor leningen.
Moet ik voor mijn toetsingsinkomen bruto of netto bedragen gebruiken?
Altijd bruto bedragen. Tel uw complete bruto-inkomen en extra’s erbij op.
Hoe wordt het toetsingsinkomen berekend voor fiscale partners?
Kijk naar het gezamenlijke bruto-inkomen. Dit beïnvloedt de hoogte van uw hypotheek of toeslagen samen.
Jos Koets
Deze pagina is gemaakt en gecontroleerd door Jos Koets. Jos Koets heeft al sinds jaar en dag zijn eigen advieskantoor: Assurantiekantoor Groenoord in Vlaardingen.
Naast het direct adviseren van zijn klanten schrijft hij ook graag over financiële zaken. Zo heeft hij al sinds 2003 een column op IEX en publiceerde hij diverse boeken, zoals: Een huis kopen, voorkom een drama! Hoera eerste koopwoning Ook de media weten Jos te vinden: hij wordt regelmatig als hypotheekexpert geraadpleegd door/in kranten, TV- en radioprogramma's. Als actief adviseur beschikt Jos Koets natuurlijk over alle benodigde WFT-diploma's, is hij Erkend Hypotheekadviseur en heeft zijn kantoor een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).